|
1804 Eerste
spellingregeling, de spelling Siegenbeek en Weiland Kritiek hierop van onder andere De Vries en Te Winkel, die meenden dat deze spelling aanleiding gaf “tot
een onophoudelijk weifelen en wankelen, even onaangenaam en hinderlijk in de
practijk, als schadelijk voor den waarachtigen bloei der taal, wier welbegrepen
belang in de eerste plaats eene ordelijke regelmaat en vastheid van spelling
vereischt.”[1] 1865 Eerste wijziging van
de spellingregels door De Vries en Te Winkel. Formulering van vier uitgangspunten voor de spelling die tot op heden gehanteerd worden: 1.
Standaarduitspraak 2.
Gelijkvormigheid 3.
Overeenkomst 4.
Herkomst 1883 Spelling De Vries en
Te Winkel officieel ingevoerd. 1891 Kritiek op de
spelling De vries en Te Winkel, 1934 Tweede wijziging van
de spellingregels: Spelling-Marchant 1947 Eerste Nederlandse
Spellingwet. “om
goede stilisten en taalkunstenaars aan banden te leggen, maar om ‘gewone’
mensen een norm te geven ... middenstanders en kleine ambtenaren aan wier
zelfstandig taalgevoel wij niet teveel moeten overlaten.” Vanaf het begin veel kritiek: onvolledig, willekeurig (kopie/fotocopie) en verwarrend (akkoord maar accorderen heeft de voorkeur en accoord maar akkorderen worden toegelaten). 1969 Eindvoorstellen
commissie Pée-Wesselings 1988 Werkgroep ad hoc
Spelling 1990 Spellingcommissie
Geerts geïnstalleerd 1993 Voorstellen commissie
Geerts voor tussenklanken en diakritische tekens 1994 Voorstellen commissie
Geerts voor bastaardwoorden lekken uit 1994 Taaladviescommissie van de
Taalunie bereidt het spellingbesluit 1995 voor 1995 Comité van Ministers
(van België en Nederland) gaat in september akkoord met het spellingbesluit 1995 In oktober verschijnt
de nieuwe Woordenlijst Nederlandse taal
2000 Eerste
“actualisering” van de Woordenlijst Nederlandse taal |
|
|