'td Fokschaap
Is het zoekwoord zelfstandig gebruikt?
- Een vis vliegt niet voor
zijn lol door de lucht.
- De aanvoerder werd gehaat door zijn manschappen.
- Die vriendelijkheid is ietwat overdreven.
- Zij hoorden zulke muziek voor het eerst.
OF
Is het zoekwoord bijvoeglijk of bijwoordelijk gebruikt?
- Een vliegende vis is een merkwaardige
tegenstelling.
- De gehate aanvoerder werd uitgelachen.
- Overdreven vriendelijkheid wordt hier niet op
prijs gesteld.
- Veel gehoorde klachten gaan over rottend
fruit.
Let op het naamwoordelijk deel van een gezegde!
Als naamwoordelijk deel van een gezegde kan het zoekwoord ook bijvoeglijk gebruikt zijn.
- Het lijkt mij nogal gezocht zoiets te
veronderstellen.
- Daardoor bleek het programma volledig gewist.
Het werkwoordelijk deel van het gezegde is dan altijd een koppelwerkwoord.
- zijn, worden, blijven, blijken, schijnen, lijken,
heten, dunken of voorkomen.


Het zoekwoord is zelfstandig gebruikt
Staat het zoekwoord in de aantonende wijs?
Dit is de meest voorkomende vorm.
- De verdediger schopte de aanvaller grof onderuit.
- De scheidsrechter had daar niet voor gefloten.
- Dus begon het publiek vuurwerk af te steken.
OF
Staat het zoekwoord in de aanvoegende wijs?
Deze wijs geeft een wens of een mogelijkheid aan.
- Leve de jubilaris!
- Gods wil geschiede.
- Er gebeure wat gebeuren moet.

OF
Staat het zoekwoord in de gebiedende wijs?
Het geeft een gebod, eis of dwingende vraag aan.
- Jantje, ga direct je boek halen.
- Kom eens hier jongen.
- Gaat u zitten heren.


Het zoekwoord staat in de aantonende wijs
Is het zoekwoord een persoonsvorm?
De persoonsvorm is het werkwoord in de zin dat moet veranderen wanneer u de zin
een ander getal of een ander tijd geeft.
- Hij zal het doen
- Zij zullen het doen
- Hij zou het doen

OF
Is het zoekwoord géén persoonsvorm?
- Hij heeft het gedaan
- Zij hebben het gedaan


Het zoekwoord is een persoonsvorm
Staat het zoekwoord in de tegenwoordige tijd?
Het gebeurt nu.
- Ik zoek de juiste schrijfwijze.
- De ober gedraagt zich onbeschoft.
Het gebeurt nog steeds.
- Hij gaat iedere week een dag met verlof.
- De chef vindt altijd wel een excuus voor een
dienstreis.
Of het moet nog gebeuren.
- Ik laat je morgen weten of ik kom.
- Volgend jaar gaat hij in de vut.

OF
Staat het zoekwoord in de verleden tijd?
Het gebeurde toen.
- Gisteren vond ik een ontslagbrief in mijn bus.
- Hij vatte mijn opmerking verkeerd op.
- Vroeger werkte men ook op zaterdag.


Het zoekwoord staat in de tegenwoordige tijd
Staat het zoekwoord in het enkelvoud?
- Ik vind dat stom.
- Vind jij dat niet stom?

OF
Staat het zoekwoord in het meervoud?
- Daar horen we van op.
- Kwismasters doen het op uw buis.


Het zoekwoord staat in het enkelvoud
Is het onderwerp ik, of is het jij en staat het achter de
persoonsvorm, of is het je en kan het als jij gelezen worden?
- Ik vind het vervelend.
- Vind jij het leuk?
- Vind je dat niet leuker?

OF
Is het onderwerp
niet ik, niet jij achter de persoonsvorm, en
geen je dat als jij gelezen worden?


Het onderwerp is ik, jij achter een persoonsvorm of je dat als jij
gelezen kan worden
Dan moet u alleen de stam
van uw zoekwoord gebruiken
(vind-en)
- Ik vind het vervelend.
- Vind jij het leuk?
- Vind je dat niet leuker?

Het onderwerp is niet ik, jij achter de persoonsvorm of je
Dan moet u de stam + t van
uw zoekwoord gebruiken
- Je vindt het goed? (vinden - en + t)
- Hij gebruikt de dienstauto vooral 's avonds.
(gebruiken - en + t)
- De regering wendt onwetendheid voor. (wenden -
en + t)
Behalve als de stam al op een t eindigt, dan gewoon stam zonder t
- Moeder zet thee. (zett -en)
- Vader dut in. (dutt -en)
- Deze patat spat de pan uit. (spatt -en)
Behalve bij deze uitzonderingen op de regel stam + t
Let op de verdubbeling
De spellingregels schrijven omwille van de uitspraak verdubbeling van een medeklinker
voor in gesloten lettergrepen. Daarom lijken sommige stammen al een dubbele "t"
te hebben.

Het zoekwoord staat in het meervoud
Dan gebruikt u altijd het
hele werkwoord
- Daar horen we van op.
- Jullie vinden ook nooit iets leuk.
- Kwismasters doen het op uw buis.
Behalve als het onderwerp ge, gij of meervoud u is: dan stam + t
- Gij zondaars, gij zoekt het pad naar de hel.
- Luisteraars, u hoort het pianoconcert nummer
vijf.

Het zoekwoord staat in de verleden tijd
Is uw zoekwoord sterk?
- vallen, vielen
- zingen, zongen
- worden, werden

OF
Is uw zoekwoord zwak?
- werken, werkte
- horen, hoorde
- branden, brandde


Het zoekwoord is sterk
Staat uw zoekwoord in het enkelvoud?
- Ik schrok van die brief.
- Hij zag dat het wel mee viel.

OF
Staat uw zoekwoord in het meervoud?
- Wij schrokken van die brief.
- Zij zagen dat het wel mee viel.


Het zoekwoord is sterk en enkelvoud
Het zoekwoord kan op één d
of op een t eindigen
- Hij hield mij vast.
- Hij zat er aan vast.
Controleer of de laatste letter een "d" of een
"t" is
Als u twijfelt of de laatste letter een d of een t is, zet uw zoekwoord dan in het
meervoud, dan hoort u het.
hield, hielden
zat, zaten
Nooit een "t" toevoegen in de verleden tijd
In de verleden tijd wordt aan sterke werkwoorden nooit een t toegevoegd!
- tegenwoordige tijd: hij wordt
- verleden tijd: hij werd

Het zoekwoord is sterk en meervoud
Uw zoekwoord eindigt altijd
op -en
- Gisteren kwamen we te laat.
- Zij zagen dat wel zitten.
De uitspraak vraagt soms aanpassing
Soms moet er in het meervoud omwille van de uitspraak een letter bij of af wanneer je
-en toevoegt.
- Hij schrok er van.
- Zij schrokken er van. Niet: schroken.
- Hij bood een ton.
- De kooplieden boden tegen elkaar op.
Niet: booden.

Het zoekwoord is zwak
Eindigt het hele werkwoord van uw zoekwoord minus -en opéén
van de medeklinkers uit 't f o k s ch a a p ?

OF
Eindigt het hele werkwoord van uw zoekwoord minus -en op een andere
medeklinker?
- brand en
- hor en
- reiz en
- klev en
Let op woorden met medeklinkerwisseling
Woorden met medeklinkerwisseling in de ik-vorm zijn geen fokschaap-woorden.
- reizen, reis
- blozen, bloos


Het werkwoord minus -en eindigt op een fokschaap-medeklinker
Staat uw zoekwoord in het
enkelvoud?
- Pilatus waste zijn handen in onschuld.
- Het mistte vanmorgen behoorlijk.

OF
Staat uw zoekwoord in het meervoud?
- De dieren lesten hun dorst.
- Vroeger mestten de boeren met eigen mest.


In het enkelvoud
Dan wordt uw zoekwoord als stam + te gespeld
- Pilatus waste zijn handen in onschuld. (was +
te)
- Het mistte vanmorgen behoorlijk. (mist + te)
- De blinde tastte vergeefs naar zijn stok.
(tast + te)
Ook als de stam op een "t" eindigt
Ook als de stam op een "t" eindigt, komt er "te" bij.
- Het mistte vanmorgen behoorlijk. (mist
+ te)
Behalve moeten
Moeten wordt niet met stam + te gespeld.
- Ik moest lachen om dat turboschaap, niet moette
Let op de woorden met medeklinkerwisseling
De stam minus "en" bepaalt de fokschaap-klank, niet de ik-vorm.
- Ik zeefde het goud. (komt van zev en)
- Ik reisde in die tijd veel. (komt van reiz
en)

In het meervoud
Dan wordt uw zoekwoord als stam + ten gespeld
- De dieren lesten hun dorst. (les + ten)
- Vroeger mestten de boeren met eigen mest.
(mest + ten)
Behalve moeten
- Wij moesten lachen om dat beest, niet moetten
Let op de verdubbeling
De spellingregels schrijven omwille van de uitspraak verdubbeling van een medeklinker
voor in gesloten lettergrepen. Daarom lijken sommige stammen een dubbele eindletter te
hebben wanneer je ze vormt door "en: weg te laten. In de stam wordt de verdubbeling
echter weggelaten.
- De stam van lessen is les, niet less
Let op de woorden met medeklinkerwisseling
De stam minus "en" bepaalt de fokschaap-klank, niet de ik-vorm.
- Zij zeefden het goud. (komt van zev en)
- Wij reisden in die tijd veel. (komt van reiz
en)

Het werkwoord minus -en eindigt op een andere medeklinker
Staat uw zoekwoord in het enkelvoud?
- Hij wende snel aan die situatie.
- Het schip wendde de steven.

OF
Staat uw zoekwoord in het meervoud?
- De linkse partijen stemden tegen de motie.
- De zusjes wedden op het verkeerde paard.


Het staat in het enkelvoud
Dan wordt uw zoekwoord als stam + de gespeld
- Hij wende snel aan die situatie. (wennen - en
= wen + de)
- Het schip wendde de steven.(wenden - en = wend
+ de)

Het staat in het meervoud
Dan wordt uw zoekwoord als stam + den gespeld
- Zij wenden snel aan die situatie. (wennen - en
= wen + den)
- De schepen wendden de steven. (wenden - en =
wend + den)

Het zoekwoord is geen persoonsvorm
Is uw zoekwoord een zwak voltooid deelwoord?
- Hij heeft de lat in tweeën gezaagd.
- Hij heeft een goede partij gebokst.

OF
Is uw zoekwoord een sterk voltooid deelwoord?
- Op een beursvloer wordt veel gelopen.
- Hij is te vroeg gestorven.


Het is een zwak voltooid deelwoord
Eindigt het hele werkwoord minus de uitgang -n van uw zoekwoord op
een zachte klank?
- zagen, horen, tobben, leven, wenden, halen

OF
Eindigt het hele werkwoord minus de uitgang -n van uw zoekwoord op
een scherpe klank?
- maken, loten, boffen, pochen
De medeklinkers uit het 't f o k
s ch aa p!
Alle medeklinkers uit t fokschaap zijn scherp.


Het hele werkwoord minus -n eindigt op een zachte klank
Het zoekwoord moet op een d
eindigen
- gezaagd, gehoord, getobd, geleefd, gewend, gehaald

Het hele werkwoord minus -n eindigt op een scherpe klank
Het zoekwoord moet op een t
eindigen
- gemaakt, geloot, geboft, gepocht

Het is een sterk voltooid deelwoord
Het zoekwoord moet op -en
eindigen
- gelopen, gestorven, genomen, gelezen

Het zoekwoord staat in de aanvoegende wijs
Dan wordt uw zoekwoord als
stam + e gespeld
- Men neme een theelepel azijn.
- Gods wil geschiede.
- Er gebeure wat gebeuren moet.
Uitzondering: zijn

Het zoekwoord staat in de gebiedende wijs
Staat uw zoekwoord in de gebiedende wijs enkelvoud?
- Hendrik, geef die nijptang hier!
- Sta niet uit je neus te eten!

OF
Staat uw zoekwoord in de gebiedende wijs meervoud?
- Geeft hem van katoen heren.
- Komt u binnen dames.


Gebiedende wijs enkelvoud
Dan wordt uw zoekwoord als
de stam gespeld
- Hendrik, geef die nijptang hier!
- Sta niet uit je neus te eten!
Behalve bij U, ge en gij
Bij U, ge en gij, wordt het stam + t
- Meneer, wilt u een stapje terug doen?

Gebiedende wijs meervoud
Dan wordt uw zoekwoord als
stam + t gespeld
- Geeft hem van katoen heren.
- Komt u binnen dames.
In spreektaal wordt ook in het meervoud alleen de stam gebruikt
- "Ga eens aan de kant, jongens!"

Het zoekwoord is bijvoeglijk of bijwoordelijk gebruikt
Is uw zoekwoord bijvoeglijk gebruikt?
Het zoekwoord zegt iets over een zelfstandig woord.
- De gestorven keizer was zeer geliefd.
- De gisteren gekochte aandelen bleken een miskoop.
- Te sterk gebrande koffie smaakt bitter.

OF
Is het bijwoordelijk gebruikt?
Het zoekwoord zegt iets over een niet-zelfstandig woord.
- Versneld afgedraaide films lijken komisch.
- Ervaren en beheerst roeiend won hij de wedstrijd.


Het is bijvoeglijk gebruikt
Gebruikt u het voltooid deelwoord?
- De gestorven keizer was zeer geliefd.
- De gisteren gekochte aandelen bleken een miskoop.

OF
Gebruikt u het onvoltooid
deelwoord?
- De fluitende jongen keek goed uit.
- Een slechte toneelspeler valt rottend fruit ten deel


Ik gebruik het voltooid deelwoord
Als het voltooid deelwoord
op een d of op een t eindigt, kan er een e achter komen
- De gisteren gekochte aandelen bleken een
miskoop.
- Te sterk gebrande koffie smaakt bitter.
Soms wordt er omwille van de uitspraak een letter weggehaald of
toegevoegd
- De uitgelote dienstplichtigen keken tevreden.
(niet: uitgeloote)
- De omgespitte tuin zag er troosteloos uit.
(niet: omgespite)

Ik gebruik het onvoltooid deelwoord
Het onvoltooid deelwoord
bestaat uit het hele werkwoord + d
- De fluitende jongen keek goed uit.
- Een slechte toneelspeler valt rottend fruit ten deel.
Maar er kan een "e" achter komen
Als het voltooid deelwoord op een "d" of op een "t" eindigt, kán
er een "e" achter komen.
- De fluitende jongen keek goed uit.

Het is bijwoordelijk gebruikt
Voor een bijwoordelijk
gebruikt voltooid of onvoltooid deelwoord gelden dezelfde regels als voor een bijvoeglijk.
Maar er komt nooit een e aan het einde bij
- Invaliden beoefenen hun sport soms zittend.
(bijvoeglijk: zittende spelers)
- Versneld afgedraaide films lijken komisch.
(bijvoeglijk: versnelde films)
- Ervaren en beheerst roeiend won hij de wedstrijd.
(bijvoeglijk: ervaren, beheerste, roeiende winnaars)
- Gemaakt onverschillig hoorde hij het vonnis aan.
(bijvoeglijk; een gemaakte glimlach)


|