Hebben of zijn |
|
Het onderscheid tussen hebben of zijn bij een werkwoord is niet altijd uit te leggen.
Problemen zullen er alleen ontstaan als een werkwoord zowel een activiteit als een situatie kan aanduiden.
+ Wij hebben een dag geschaatst. Een handeling. + Wij zijn naar Voorschoten geschaatst. Een situatie. + Wij hebben tot Leiden geschaatst, en zijn toen met de bus verder gegaan. Een activiteit en een situatie. + Ik heb vergeten hem te bellen. Een handeling + Ik ben zijn nummer vergeten. Een situatie |
|
|